DSM IV

DSM IV is een classificatiesysteem om de psychische klachten van een persoon en het ziektebeeld een naam te kunnen geven. Als iemand zich aanmeldt bij bijvoorbeeld een GGZ instelling voor diagnostiek, krijgt hij na verschillende gesprekken en vragenlijsten mogelijk een diagnose. Deze diagnose kan bestaan uit tijdelijke maar ook uit blijvende diagnoses. De DSM IV is met name bedoeld voor de professionals om in een oogopslag duidelijk te hebben waar het grootste probleem zit en welke factoren er nog meer een rol spelen. De professionals moeten deze resultaten omzetten in een begrijpbaar en leesbaar verslag voor desbetreffende cliënt en/of zijn of haar begeleiders.

De DSM IV wordt sinds 2001 gebruikt. In Amerika zijn ze momenteel al bezig met de DSM V die naar verwachting in het voorjaar van 2013 actief zal zijn.

Het doel van de DSM is om een momentopname te maken. Vaak zie je bij een behandeling dat bij de start en ook bij afsluiting een nieuw momentopname wordt gemaakt. De DSM kan daardoor veranderen. Men moet dan ook steeds uitgaan van de laatste versie van de DSM die voor desbetreffende is opgesteld. Ziektes of klachten die je in het verleden hebt gehad, worden alleen nog maar vermeld als er op een of andere manier nog een link is met de huidige klachten. Daar schuilen wel wat voor- en nadelen aan. Het voordeel is dat oude klachten niet meer bovengehaald worden, maar voor een aantal mensen is dat ook een groot nadeel. Denk daarbij zeker aan de mensen met autisme die moeite hebben met duidelijk uiten van hun gevoelens en kenbaar maken van hun denkwijze.

Ook voor mensen met bijvoorbeeld een depressie kunnen deze ‘oude klachten’ nog een onderliggende oorzaak zijn van de huidige klachten. Mogelijk zit deze oorzaak zo ver weggestopt dat die bij de intake niet duidelijk aan het licht komt. Later komt dit mogelijk wel aan de orde en moet de DSM alsnog aangepast worden.
De DSM IVwordt ook vaak ingezet als hulpmiddel bij het aanvragen van bijvoorbeeld zorgvoorzieningen of een PGB. Ouders kunnen het gevoel hebben dat ze zich moeten verdedigen tegenover instanties. De DSM biedt daar ondersteuning.

De DSM IV mag absoluut niet gezien worden als een definitief en pertinent persoonlijkheidsplaatje dat telt voor de rest van je leven. Het is en blijft een momentopname. Een depressie kan na behandeling verdwenen zijn. Een paniekstoornis kan onder controle zijn waardoor deze kan verplaatsen binnen de DSM IV. De verandering in functioneren en klachtbeleving vindt je snel terug op As V.

De DSM IV is verdeeld in vijf assen.

  • As I: Op deze as vindt je de klachten terug die op dit moment erg actueel zijn en aan de grondslag liggen van de huidige problemen. Dit wordt ook wel de primaire diagnose genoemd.De hoofddiagnose vindt je altijd terug op As I of op As II.
  • As II: Op deze as worden de mogelijke persoonlijkheidsstoornissen vermeld.
  • As III: Hier worden de lichamelijke klachten en beperkingen vermeld.
  • As IV: Problemen in de privé- of werksfeer worden hier vermeld.
  • As V: Hier drukken ze het huidig niveau van functioneren uit in een GAF-score. Deze score gaat van 40 tot
    100 waarbij honderd de beste score is.

(Inmiddels is er een nieuwe DSM classificatie, de DSM V lees hier de verschillen.)

Comments are closed.